Rouw en verlies bij kinderen (deel 5)

Jij en verdriet

Het “had ik maar....” gevoel (je schuldig voelen) kan vaak zorgen voor woede, depressie en somberheid. Daarnaast zet het je rouwproces op slot. Het is belangrijk te erkennen dat iemand er niet meer is en dat je hebt gedaan wat je kon. Praat over je schuldgevoelens zodat je ze kan erkennen en loslaten om zo weer langzaam je rust terug te vinden. Houd je gevoelens zoals woede, frustraties en verdriet nooit in maar deel het met je partner, goede vrienden, je huisarts of bv lotgenoten.

Hulpeloosheid kan je tonen bij andere volwassenen maar niet bij je kind! Verdriet hebben mag, maar voel je geen slachtoffer want dat helpt je niet verder. Het is goed om af en toe je verdriet te tonen waar je kind bij is maar ga geen uren of dagen lopen huilen. Je kind heeft namelijk een sterke hand nodig waar het zich aan vast kan houden en geen labiele ouder.

Kan je het als ouder allemaal niet meer goed aan, kijk dan of er iemand in je omgeving is die tijdelijk voor je kind kan zorgen. Het moet wel iemand zijn waar je kind zich vertrouwd en veilig bij voelt. Het beste is natuurlijk om zelf voor je kind te blijven zorgen maar soms zijn de omstandigheden zo dat het niet anders kan. Mocht je besloten hebben dat iemand anders tijdelijk voor jouw kind gaat zorgen, dan verlaat zelf het huis zodat je kind in zijn eigen vertrouwde omgeving blijft, leg je kind uit wat er gaat gebeuren en waarom, vertel je kind duidelijk dat dit niet met je kind te maken heeft, dat je kind met vragen terecht kan bij zijn "verzorger" en dat het in noodgevallen natuurlijk altijd bij jou terecht kan. Het fijnste zou zijn dat je regelmatig contact met je kind onderhoudt, maar dat is geheel afhankelijk van je persoonlijke toestand.

Tot slot heb ik nog wat weetjes opgeschreven:
  • Het verwerken is voor je kind net zo ingrijpend en moeilijk als voor jou als volwassene.

  • Vormen van rouw- en verlieservaringen zijn ook: verhuizing, scheiding, buitengesloten worden, gepest worden, een ouder die tijdelijk in het buitenland woont/werkt, oudere broer/zus die het huis uit gaat etc.

  • Als ouders gaan scheiden moet het kind een nieuwe balans vinden tussen vader en moeder: de veilige wereld is verdwenen en moet opnieuw opgebouwd worden. Komen er stiefvaders/-moeders/-broertjes/-zusjes bij, dan zet dit de wereld van het kind weer op de kop en moet je kind wederom een nieuwe balans zien te vinden. Laat je kind nooit voor de kant van een ouder kiezen: dit geeft veel stress en maakt de situatie alleen maar moeilijker.

  • Ouders zijn het grote voorbeeld voor kinderen wanneer het om rouwen gaat, het is dus belangrijk om ook zelf te rouwen (iedereen heeft hetzelfde verdriet). Het kind leert zo dat het verdriet niet hoeft te verstoppen maar mag uiten.

  • Een opbaring en begrafenis of crematie is een perfecte mogelijkheid voor een kind om de dood beter te begrijpen en om een verlies te verwerken. De confrontatie met een overleden persoon is belangrijk omdat een kind zoiets heeft als: eerst zien, dan geloven. Doe je dit niet dan blijft de overledene nog lang “leven” voor het kind. Bereid je kind wel goed voor op deze ervaringen!

  • Voor een kind is een thuisopbaring vaak prettiger dan een opbaring in een mortuarium. Betrek je kind er daarom bij en vraag waar het zich het prettigste bij voelt.

  • Verbranden (cremeren) kan voor je kind als iets gruwelijks klinken. Maar wanneer jij iets normaal vindt, zal je kind dit ook zo ervaren. Leg daarom rustig en duidelijk uit hoe zoiets werkt en waarom hiervoor gekozen is.

  • Het contact met de ouders is een belangrijk deel van de identiteit van het kind. Geef je kind nooit de rol van een overleden ouder (“jij bent nu de man in huis”). Een kind moet zichzelf kunnen ontwikkelen en daarbij geen dingen opgelegd krijgen, anders kan het nl. de rouw uitstellen om die opgelegde rol te vervullen. En dat wil je niet.

  • Veel kinderen verstoppen hun gevoel zolang de thuissituatie niet veilig aanvoelt. Pas wanneer ouder en broertjes/zusjes weer normaal gedrag vertonen en het gewone alledaagse ritme weer terug is, kan het kind zijn gevoelens gaan uiten. Leg bij veranderd gedrag de link met rouw (= uitgestelde rouw).

  • Tieners laten vaak uit onmacht zo min mogelijk hun gevoel zien. Ze begrijpen de dood als een volwassene maar verwerken het nog als een kind.

  • Een rouwperiode is een periode van verdriet maar ook van geborgenheid en liefde als je het goed aanpakt.

  • Rouwen kan lang duren. Het gevoel van verdriet of leegte lijkt soms even weg te zijn, maar kan elk moment weer terugkeren. Accepteer dit, het maakt je leven namelijk een stuk makkelijker en luchtiger. Rouw je om een geliefd persoon die in het buitenland woonde, dan kan het rouwproces best weleens langer duren.

  • Belangrijk voor de rouwverwerking, en dus ook de ontwikkeling, van je kind is een vertrouwde en stabiele basis (familie, huis, school, vereniging). Laat je kind zo snel als het daar aan toe is weer naar school gaan. Zeker als een kind nog jong is zal het een soort rust op school ervaren omdat het gewend is dat de overledene niet op school was: op school is niets veranderd, thuis wel.

  • Om een sterfgeval te verwerken en om grip te krijgen op de dood, kan je kind zijn ervaringen met de dood na gaan spelen. Dit is alleen maar goed.

  • Soms kan het heel lang duren voordat je kind over het verlies wil praten. Geef je kind dan die mogelijkheid en zeg niet dat het al zo lang geleden is.

  • Veel mensen denken dat kinderen zich wel redden, ze zijn immers stabiel en flexibel en zijn in staat zich relatief snel aan te passen aan een nieuwe situatie. Dit klopt op zich wel, maar bedenk je dat je kind wel behoefte heeft aan liefde, geborgenheid, aandacht en antwoord op zijn vragen. Dit geldt ook voor tieners!

hemel - Annajpeg